GrootHeerenveen 1-2020 | Tekst en beeld: Janita Baron
Een nieuwe blik op…
Randolph Algera, restaurator
“Dat hele minuscule kijken wat we momenteel doen, slaat wat door”
“Het is een waanzinnig restauratieproject, eigenlijk zou ik er nationale megabekendheid mee moeten hebben. Maar het is een kerk en die staat op Ameland. Dat zijn twee minpuntjes. Je zit in Friesland: jammer! Je zit op Ameland: nog meer jammer. En het is een kerk…” Zo begint een ochtend, waarbij de verhalen door galerie Autrevue van Randolph Algera en zijn geliefde Gabriëlle Westra vliegen. Beiden zijn kunstenaar en daarnaast heeft Randolph nog Art-decor, een bedrijf met de unieke combinatie van het vak van ‘restaurator’ en het vak ‘kunstschilder’.
Galerie Autrevue aan de Woudsterweg bevindt zich aan de rand van Heerenveen, tegen De Knipe aan én aan de weg naar Museum Belvédère. In de galerie wordt regelmatig geëxposeerd. Momenteel – tot maart 2020 – is er de tentoonstelling ‘Warme winter’ te zien, over het veranderende klimaat. Maar wij zijn vandaag bij Randolph Algera vanwege diens vak als ‘restaurator’.
Restauratie en reconstructie
Grote projecten zijn ‘het dingetje’ van Randolph Algera, zegt hij, en die doet hij het liefst met hulp van Gabriëlle. “Ze is gewoon een goede schilder.” Randolph doet regelmatig restauratieprojecten. “Vandaag de dag is dit hoofdzakelijk conservatie; het behouden van wat er is. Een andere stap is retouchering waarbij je herstelt wat er ooit zat, maar nu niet meer aanwezig is. Denk hierbij aan een stuk verf die om één of andere reden verdwenen is. De laatste stap is reconstructie. Dit doe je pas als er verder geen mogelijkheden tot herstel meer zijn én het belang van de historie groot is. Er zit veel risico in dit werk omdat je gaat doen wat een ander gedaan heeft, maar dan met verf uit deze eeuw.”
Hoe gaat dit alles in zijn werk?
“Vroeger was je restaurator als je een opleiding had gevolgd waarbij het vooral draaide om pigment- en materiaalkennis en alle ondergronden met hun problemen en oplossingen. Dan had je alle kennis en had je een meester diploma. Chemie kwam pas veel later in beeld en dat betekende dat ik terug naar school moest en studies aan de UvA volgde. Tegenwoordig bestaat het vak van restaurator voor 2/3 uit onderzoek en maar 1/3 meer uit ‘werken’. Onderzoek is het allerbelangrijkste. Maar je moet jezelf de vraag stellen of het behoud van een monument met alleen onderzoek geholpen is?”
Het moet wat Randolph betreft gaan om een gezonde mix van beide disciplines. Bij gebouwen, en daarvan heeft Randolph al honderden op zijn cv staan, doe je naast kleuronderzoek en laboratoriumonderzoek ook bouwkundig- en archiefonderzoek. Volgens Randolph slaan we wel wat door in wetenschappelijk onderzoek. “Je kunt nog zoveel onderzoeken om een kleur precies te identificeren en dan na te maken, maar de pigmenten zijn niet dezelfde als 600 jaar geleden. Het milieu is anders, kleuren veranderen én pigmenten worden op een andere diepte gedolven. Je krijgt dus hoe dan ook kleurverschil op de langere termijn. Dat hele minuscule kijken wat we momenteel doen, slaat wat door. Het gaat zoals het altijd gaat in het leven, we gaan nu helemaal tot het uiterste en dan komen we ergens in het midden uit.”
21e eeuwse perfectie
Het pijnlijke gevolg is dat men de ambachtelijke technieken en de praktijkkennis vergeet, volgens Randolph Algera, en helemaal opnieuw begint met wetenschappelijke kennis die later aangevuld moet worden met de praktijk. Dit zou volgens hem meer samen moeten gaan. “Bij reconstructies komt veel interpretatie van de restaurator te kijken. Neem bijvoorbeeld een plafond met een herhaald patroon. Dat werd vroeger getamponneerd. Maar op een gegeven moment is het sjabloontje af en wordt er een nieuwe gemaakt. Daardoor krijg je altijd lichte verschillen. Als we dat sjabloontje nu machinaal laten maken, heb je geen verschillen meer. Dan heb je 21e eeuwse perfectie en die is er nooit geweest. Bovendien, als je niet het gehele plafond ontdoet van zijn verflagen om te kijken hoe het oorspronkelijke eruit zag, weet je nooit zeker of het wel precies zo is als oorspronkelijk bedoeld. Daarin zit de moeilijkheid bij reconstructie-restauraties.”
Zonde
Gabriëlle Westra schildert regelmatig mee aan de grote projecten van Randolph. Zij vindt het juist fantastisch om in oude gebouwen op zoek te gaan naar de overgangen tussen verschillende sjablonen en de kleine afwijkingen en/of toevoegingen die een schilder aanbrengt. “Als het allemaal perfect is dan vind ik dat zonde”, zegt ze.
Randolph: “Het is maar net welke restaurator je treft, natuurlijk is onderzoek de basis, maar dan moet je verder. Daarom werken wij in historische binnenruimtes veelal in teams waarin we moeten overleggen, discussiëren en keuzes maken. Het blijven menselijke keuzes waar niet iedereen het mee eens hoeft te zijn. De uitdaging is wel: als je het eenmaal gemaakt hebt, zien bezoekers dit als de waarheid. Maar het is niet altijd de waarheid. Het is een interpretatie van de waarheid.”