GrootHeerenveen 2-2021 | Tekst: Janita Baron, Beeld: Museum Belvédère
Een nieuwe blik op…
Han Steenbruggen en Museum Belvédère
“De conservatorpet is de leukste pet”
Het klinkt misschien wat bijzonder in de oren, maar 2020 was een goed jaar voor Museum Belvédère, het museum voor moderne kunst in Oranjewoud. De onafhankelijke adviescommissie van de Provinsje Fryslân noemt de collectie van het museum “uniek en van hoge kwaliteit; het verzamelbeleid is helder en de visie op collectiebeheer is aansprekend.” Ook vond de commissie dat Museum Belvédère “niet mag ontbreken in de Friese museale infrastructuur.” Heldere woorden, en eindelijk erkenning, die precies onderstrepen waar het museum hard aan heeft gewerkt.
Sinds dertien jaar staat directeur-conservator Han Steenbruggen aan het roer van dit museum. Het harde werk betaalt zich eindelijk uit. Niet alleen in de toekenning van de Provinsje Fryslân en de vele fondsen, maar ook in de schenkingen en het vertrouwen dat het museum krijgt. En in het opgebouwde grote netwerk! Han Steenbruggen merkt dat het netwerk zó stevig is dat er vele én grote schenkingen binnenkomen.
Collectie in opbouw
“13 jaar klinkt misschien lang, maar zo lang je nog gepassioneerd kan werken? Ik voel mij verbonden met deze plek en ik ga er voor”, zegt Han Steenbruggen. “Ik ben geen carrière mannetje.”
Vanuit het Groninger Museum kwam Han naar Heerenveen. “Toen ik hier voor het eerst kwam had ik zoiets van: ‘Als ik híér nog eens kan werken?’ En die kans deed zich dus voor.” In het Groninger Museum promootte Han ook regionale kunst, dus deze functie sloot precies aan op wat hij altijd al wilde. Daarom heeft hij zich hier vol ingestort. Inmiddels is de visie van Thom Mercuur, de oprichter van Museum Belvédère, breder getrokken. Het museum begon als museum voor Friese kunst. Dit is verder uitgebouwd naar een museum voor Noord-Nederland. “Het is een belangrijk museum voor moderne en eigentijdse kunstenaars uit het noorden, van 1900 tot nu”, aldus Han.
Bij zijn aanstelling had Museum Belvédère geen eigen collectie. Er waren alleen maar bruiklenen. Inmiddels heeft het museum een volwaardige museale collectie opgebouwd, die er toe doet. Voornamelijk door schenkingen van particulieren en fondsen, maar ook is er sinds kort een eigen bescheiden aankoopfonds. “De verzamelaars hebben vertrouwen in ons en onze werkwijze en schenken ons jaarlijks werken met waarde die in de tonnen loopt.” Die schenkingen komen weinig in de pers; daar lees je vooral over tentoonstellingen en andere activiteiten. “Misschien is dit wel de grootste prestatie van het museum: zo’n grote collectie opbouwen.”
“Dít is ónze rol”
Friesland heeft een gezonde infrastructuur, volgens Han. Wat bedoelt hij hiermee? “Wij zijn organisch met elkaar verweven: kopers, galerieën en dit museum. Waar andere musea soms afstand bewaren tot het commerciële circuit, doen wij dat absoluut niet. Een omgeving functioneert, cultureel gezien, alleen goed als het museum toont, galerieën diezelfde kunstenaars tonen en verkopen, en als de omgeving het werk koopt. De taak van het museum, als onafhankelijk podium, is belangrijk. Als je dit niet doet, creëer je een kaal landschap om je museum heen. Friesland heeft dit dus ook duidelijk beter voor elkaar dan Groningen bijvoorbeeld.”
Han Steenbruggen hamert er een aantal keren op dat dit belangrijk is. “Het is geen opportunisme, het gaat niet over ‘belangetjes’. Dit is wezenlijk hoe een gezond kunstklimaat kan functioneren. Wat wil je met kunst? Wat kan kunst vertellen? Daar hebben we allemaal een rol in te spelen! Dít is ónze rol. Kunst is onderdeel van de openbare collectie: je doet het met elkaar en daarom gun je het elkaar en het publiek.”
Mooie dingen maken
Uiteindelijk gaat het Han duidelijk om de inhoud. De conservatorpet past hem dan ook het beste. “De conservatorpet is de leukste pet”, beaamt Han. Hij is hier voor het museum en daar is hem alles om te doen. “Het is niet interessant wie ‘Han’ is; ik ben hier niet voor mijzelf. Ik heb een passie, een hartstocht, en die zit volledig in dit museum. Laat mij maar mooie dingen maken.”
Van huis uit is hij opgegroeid met idealisme; je moet ergens in geloven. De één doet dit als dominee, de ander als arts en Han doet het hier in het museum. “Ik wil mijn vak zo goed mogelijk uitvoeren voor dit museum, voor deze plek. Deze plek doet er toe. En ik zou willen dat dit meer onderkend wordt in Heerenveen. Bij bewoners én de politiek. Ik woon hier niet, maar wat jullie hier hebben in Heerenveen, is zó uniek! Koester dat!”
.
.
.
De keuze van Han: Jan Mankes – Pruimenboompje in bloei (vroeg werk, ongedateerd).
“De collectie van Museum Belvédère omvat inmiddels zoveel topstukken dat ik moeilijk kan kiezen. Een schilderijtje waar ik de laatste tijd erg graag naar kijk is een klein schilderijtje van Jan Mankes, een onbekend werk dat onlangs opdook. Het is zeker niet één van zijn meesterwerken, maar zo aangenaam van sfeer en aandoenlijk in dat zoeken naar een vaste hand van schilderen. Het toont een pruimenboompje in de tuin van zijn ouderlijk huis met op de achtergrond belendende behuizing. Een particulier schonk het ons vorig jaar.
Tekst: Janita Baron
Foto’s: Museum Belvédère.