Betzy Akersloot-Berg (1850-1922) en haar ku(n)stwerken
Tekst: Janita Baron
Afbeeldingen: Museum Tromp’s Huys
Geboren op 16 december 1850 in het Noorse Aurskog zal Betzy Rezora Berg een weg in de schilderkunst volgen die leidt tot een unieke plek in de Nederlandse kunstwereld. Na haar huwelijk met de Nederlander Gooswinus Akersloot vind ze haar thuis op Vlieland, waar tot op heden Museum Tromp’s Huys aan haar leven en kunst herinnert. Toch is ze in de kunstgeschiedenis en bij het grote publiek in de vergetelheid geraakt. Dit terwijl zij de stap durfde te wagen van de traditionele vrouwenrol naar een professioneel kunstenares. Tijd voor een kennismaking met haar kunst én haar verhaal.
Betzy Berg is de dochter van een rijke boer, grootgrondbezitter en uiteindelijk zakenman. Ze brengt een groot deel van haar jeugd door in Christiana, wat wij nu als Oslo kennen. Onderdeel van de opvoeding van jongedames in de betere kringen is tekenen, schilderen, borduren, muziek en literatuur. Een degelijke voorbereiding op hun toekomst als goede echtgenotes en huisvrouwen. Betzy kiest uiteindelijk voor een opleiding tot verpleegster en vertrekt vervolgens naar Finnmark in het hoge noorden om als verpleegster en zendelinge te werken onder de Samen (of Sami) in Lapland.
Kiezen voor schilderkunst
Op haar 25ste slaat ze een nieuwe richting in; Betzy kiest voor de schilderkunst. Ze keert terug naar Christiana en volgt cursussen op de Koninklijke Tekenschool. Als haar leermeester Otto Sinding naar München verhuist, volgt ze hem. De winters brengt ze in het vervolg in Duitsland door en in de zomer werkt ze in Noorwegen (“Om mijn rotsen en de zee te bestuderen”). Tijdens haar opleiding is haar vader zo nu en dan niet in staat om zijn dochter financieel te helpen. De verkoop van haar werk is noodzakelijk om haar studie in binnen- en buitenland te kunnen voortzetten. Uiteindelijk heeft ze genoeg verdient om – eindelijk – naar Parijs te kunnen; in de winter van 1890 en 1891 volgt Betzy lessen bij de bekende kunstenaar Puvis de Chavannes.
Kustlandschappen
Haar hele leven schildert Betzy Berg kustlandschappen, een gedurfd hoofdmotief voor een vrouwelijke kunstenaar. Er zijn maar weinig vrouwelijke tijdgenoten die het landschap kiezen als motief, laat staan de zee. Het is voor haar dan ook een verademing als ze kennis maakt met de Nederlandse zeeschilder Hendrik Willem Mesdag. In de winters van 1885 tot 1888 leert ze veel van hem. Ondertussen maakt de vrouw van Mesdag, kunstenares Sientje Mesdag-van Houten, een portret van de ambitieuze jongedame.
Thuis op Vlieland
Waarschijnlijk in hotel Rauch, waar Mesdag een kamer als atelier gebruikt, leert Betzy Gooswinus Akersloot kennen. Er bloeit liefde op en vanaf 2 maart 1893 wordt Betzy officieel Betzy Akersloot-Berg. Het stel komt drie jaar later, in 1896, op Vlieland terecht. Hier kopen ze het vroegere admiraliteitshuis, het oudste huis van het eiland, en dopen dit om tot Tromp’s Huys, naar admiraal Cornelis Tromp. In de tuin komt een atelier met uitzicht op het wad. In tegenstelling tot vele tijdgenotes heeft Betzy in haar huwelijk de vrijheid om te schilderen én (alleen) te reizen.
Betzy Akersloot-Berg valt op tussen de eilanders. Ze jut hout voor het maken van schilderijlijsten én ze heeft een speciale schilderskist waarin ze kan schilderen bij weer en wind. Als ze ermee op pad gaat heeft ze een herkenbaar geel oliepak en hoge laarzen aan. Saillant detail is het vlaggetje aan deze kist, zo kon je haar niet over het hoofd zien. Betzy schildert en plein air, in de openlucht, kleine olieverfschetsen. In haar atelier maakt ze grotere doeken.
Ze schildert Vlieland van een eeuw geleden: de zee, het wad met schepen, zeehonden op de Richel, een zandplaat tussen Vlieland en Terschelling, en de huizen en duinen van het eiland. Het zijn voornamelijk zeegezichten, maar we kennen ook enkele historische gebeurtenissen die ze vastgelegd heeft: de intocht van koningin Wilhelmina op Vlieland, ontploffende zeemijnen op het strand en het overtrekken van Duitse zeppelins op weg naar Engeland tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Internationaal
Als vrouw hoorde je in deze tijd eigenlijk niet alleen te reizen; toch deed Betzy dit. Bijna jaarlijks vertrekt ze in het voorjaar alleen naar Noorwegen waarna haar man Gooswinus in augustus aansluit en samen met haar terug naar Vlieland reist. Ook bezoekt Betzy Zweden, Duitsland, Engeland, Italië en Frankrijk. Soms alleen, soms met een vriendin.
Regelmatig neemt ze deel aan de tentoonstellingen van Levende Meesters in Nederland. Dit kun je het beste vergelijken met de Parijse Salon, al zijn deze Nederlandse tentoonstellingen telkens in een andere stad. Ook is haar werk vijfmaal op Parijse Salon te zien, op de Wereldtentoonstelling van 1889 en in Christiana, Kopenhagen, München, Antwerpen, Praag en Stockholm.
Eigen inkomen
Haar kunst wordt door een groot publiek bewonderd. Betzy leeft in deze eilandjaren van de verkoop van haar ku(n)stwerken. Sterker nog, er zijn aanwijzingen dat haar mans kapitaal dusdanig geslonken is dat haar opbrengsten een welkome aanvulling in het huishouden zijn. Tijdens haar leven zijn overigens verschillende schilderijen verkocht aan Friese welgestelde families.