⚒Auguste Rodin, L’Age d’airain (het bronzen tijdperk), 1876, 180 cm.
Dit levensgrote beeld had eerst een andere titel, namelijk Le Vaincu (de overwonnene). Dit was een verwijzing naar de nederlaag van Frankrijk tegen Pruisen. Oorspronkelijk had de figuur dan ook een lans in zijn hand waardoor hij op een strijder leek. Voordat Rodin het beeld voor het eerst tentoonstelde, in Brussel 1877, was de lans al verwijderd en een paar maanden later op de Salon de Paris kreeg het de huidige titel.
Wat zien we?
Een opgeheven arm, een gebalde vuist, een open mond en gesloten ogen. Wie stelt hij voor? Heeft hij pijn? Waarom deze titel? En hoe kan dit werk zo realistisch ogen?
? Rodin komt uit de traditie van academische beeldhouwkunst die weer terugkijkt naar de klassieken. Perfecte mensen in perfecte houdingen volgens het standbeen/speelbeen principe. Het is in dat oogpunt ook interessant om dit werk naast een beeld van Michelangelo te plaatsen: de stervende slaaf. Rodin was namelijk zeer geïnteresseerd in de traditie en dol op het werk van Michelangelo. Maar, er is altijd een maar, hij gaat een stap verder.
Rodin maakt van deze figuur een bewegelijk type die energiek op 2 voeten staat te veren. Tel daar het realistische uiterlijk bij op én zijn gezichtsuitdrukking dan vraag je je af: wie moet hij voorstellen? En hoe kan Rodin het zo realistisch uitbeelden?
Rudi Fuchs schrijft hierover in De groene Amsterdammer: “Als ik dan kijk naar houding en uitdrukking van torso, hoofd en armen valt mij in eigenlijk de hele gestalte, hoewel die een indruk geeft van natuurlijke souplesse, toch allerlei wonderlijk onrustige asymmetrie op. In de fijnzinnig spannende plastiek van het (huid)oppervlak zie je die algemene nervositeit terug – in het glanzende brons dus”.
?De kunstenaar werd beticht van het maken van een afgietsel van zijn model, de 22-jarige Belgische soldaat Auguste Neyt. Op de Salon de Paris werd dit zelfs een groot schandaal. Daarom vroeg Rodin aan Gaudenzio Marconi, een naaktfotograaf, om foto’s te maken van August Neyt in de pose van het gemaakte beeld. Helaas hielp dit niet, de jury keek niet eens naar de foto’s….. Maar, schandalen hebben ook een positieve kant: je krijgt aandacht. En het leverde Rodin de opdracht voor de beroemde, nooit afgemaakte, toegangsdeur voor een museum op: de poort van de hel.
Het beeld is een nauwgezette studie van het menselijk lichaam. Daar stond Rodin ook bekend om. Hij liet modellen graag bewegen door de ruimte en leerde zo hun houding kennen. Of hij zette ze op een groot draaiplateau om ze van alle kanten te kunnen bestuderen. Rodin was dan ook één van de eerste kunstenaars die een beeld maakte waar je om heen kon lopen en telkens andere details ziet. Dat was bij veel beeldhouwkunst uit de negentiende eeuw niet zo. Ze waren gemaakt als monument of eerbetoon aan mensen uit de geschiedenis en waren bedoeld om alleen van voren te bekijken. Beelden op de Salon de Paris stonden dan ook vaak evenwijdig aan de muren vol schilderijen.
?Terug naar L’Age dairain. Beeldhouwers maakten vaak eerst een model in klei om vervolgens een assistent een gipsafietsel te laten maken. Deze werken werden dan of tentoongesteld of gebruikt om aan de opdrachtgever te laten zien vóórdat het in marmer gehakt werd en/of in brons gegoten. Je leest het al een beetje, een beeldhouwer is een harde werker die gebruik maakt van een team van specialisten om zich heen. Hij/zij doet vaak niet al het werk zelf. Van Rodin weten we dan ook dat hij een groot team van assistenten om zich heen had. Voor 1880 waren dit slechts 4 maar dit groeide uit tot meer dan 50 tussen 1900-1910! Een aantal daarvan kennen wij nu nog steeds, denk aan Bourdelle, Maillol, Brancusi én wat dacht je van Camille Claudel?
Maar dat…. Is weer een ander verhaaltje. Voor nu is het verhaal al weer lang genoeg, toch?!
Ik ben nu nieuwsgierig naar jouw verhaal, laat je het weten?